Met kerstmis 1993 was de toen 29-jarige Liesbeth van Dijk een huis aan het bouwen in Steyl, vlak aan de Maas. Haar werkplek was de apotheek van het St.-Maartens Gasthuis in Venlo, net zo vlak aan de Maas. Dus toen die winter het water kwam, was het niet gewoon spannend voor haar - het was dubbel spannend.
Door: Frans Pollux
GEEN PARKETVLOER
“Kijk,” wijst Liesbeth richting het zuiden. Ze staat op een verpleegtoren van VieCuri, het Venlose ziekenhuis dat in de jaren negentig nog St.-Maartens Gasthuis heette. “Daarachter woonde ik.” In de verte doemt de wijk Maasveld op, het stukje Steyl waar Liesbeth in 1993 een huis aan het bouwen was. Nu beschermd door dijken, in 1993 niet. Dus liep de bouwput onder water.
“Vervelend,” geeft Liesbeth toe, “maar meer ook niet. De buren waren al wat verder, die ondervonden echt schade. Wij kregen vooral een les cadeau: geen parketvloer aanleggen en het hele huis net iets hoger aanleggen. Vond de gemeente niet leuk, maar toen in 1995 de Maas opnieuw overstroomde was ik heel blij dat we voet bij stuk hadden gehouden.”
HEERLIJK SIMPEL
Ook Liesbeths werkgever, het ziekenhuis, had lessen geleerd. Zo lag er in 1995 een draaiboek klaar, terwijl in 1993 alles nog nieuw was. “Dat improviseren leverde wel een sterk saamhorigheidsgevoel op. Als medewerkers wisten we dat er elke dag om 12:00 uur ‘crisisvergadering’ was, voorgezeten door de directeur. Die werd na afloop samengevat op een A4’tje. En vervolgens voerde iedereen uit wat was afgesproken. Heerlijk simpel. Nu heb je crisisteams èn crisismanagers èn mailtjes èn appjes èn telefoontjes - maar of dat het effectiever maakt?”
PUTDEKSELS
Met kerst 1993 was het St.-Maartens Gasthuis een eiland. De Maas had zich om het tien jaar oude gebouw heen gewrongen, maar de patiënten hielden het droog. “We hebben toen in de apotheek alle spullen in de kelder naar boven gebracht. En we waren bang dat de verwarming zou uitvallen, wat uiteindelijk niet gebeurde. Dat was het wel zo’n beetje. Ja, en ik ben tijdens mijn dienst ook in het ziekenhuis blijven slapen. Als je er eenmaal was, was dat de beste optie. Er komen was ingewikkeld geworden.”
Want ook de wegen om het ziekenhuis stonden onder water. Waaghalzen die het probeerden “kregen putdeksels tegen hun versnellingsbak of botsten tegen randen of drempels,” herinnert Liesbeth zich verhalen van collega’s. Parkeren op het nabijgelegen veilingterrein en je dan met een van de klaarstaande legertrucks naar de Eerste Hulp van het ziekenhuis laten brengen, was de veiligste optie. Nieuwe patiënten konden terecht in het ziekenhuis in Venray.
HOOG BEZOEK
In 1995 hielden de nooddijken veel water tegen. Maar toch zijn er juist toen patiënten geëvacueerd. Uit voorzorg, couveuse-baby’s en mensen op de intensive care. Daar herinnert Liesbeth zich weinig van. Wel dat er in ‘95 hoog bezoek voor de deur stond. “Ons huis was net klaar, we woonden er pas. En ineens ging de bel: mevrouw Visschers, de vrouw van de toenmalige burgemeester van Tegelen. Met het dringende advies van haar man om te evacueren. ‘Je bent jong,’ zei ze, ‘je hebt nog een heel leven voor je.’ Goed bedoeld, maar ik heb heel hard moeten lachen en verteld dat ik vier zwemdiploma’s had. Nee, bang ben ik voor de Maas nooit geweest. Het was af en toe spooky - ‘s nachts dat ronkende geluid van de dieselmotoren van vrachtschepen, een doordringend geluid dat je al van heel ver hoort. Maar verder leverde hoogwater vooral veel gedoe op, voor sommigen uiteraard ook fikse schade, maar geen echt gevaar.”
Was het trouwens wel slim om een huis te bouwen, zo dicht bij een rivier? Liesbeth zegt dat ze het risico ingecalculeerd had. “Het hoort erbij. In 1984 had de Maas al eens heel hoog gestaan, dus het was niet zo dat we het vergeten waren. Toen het ziekenhuis aan de Maas gebouwd werd, zeiden oude mensen dat ze daar vroeger altijd gingen schaatsen, zo laag lag die plek.”
WILDVREEMDEN UIT DE RANDSTAD
Inmiddels woont Liesbeth in Sevenum, op veilige afstand van de Maas. Maar wel vlakbij de Molenbeek, “die staat ook wel eens hoog.” Soms mist ze de rivier, ze woonde er graag. Ze vindt het jammer dat ze maar weinig beeldmateriaal van de overstromingen heeft - het waren de jaren vóór de mobiele telefoons. Over de beelden: in de krant uit 1995 staat dat de verpleegtoren tijdens het verwachte hoogwater ‘bewaakt’ zou gaan worden omdat in 1993 ‘wildvreemde mensen uit de Randstad de toren binnen waren gedrongen om van de bovenste verdieping foto’s van de overstroming te maken.’ De ziekenhuisdirecteur sprak er destijds schande van. “Ik kom niet uit de Randstad,” lacht Liesbeth, “maar ik moet bekennen dat ik in 1993 wel even naar boven ben geklommen. Met een fototoestel, ja. Ik stond precies op de plek waar we nu staan. En overal om ons heen was water.”
MUSICAL
Hoe dat gevoeld moet hebben, kunnen we deze zomer gaan ervaren. In openluchttheater De Doolhof in Tegelen speelt Toneelgroep Maastricht dan de spektakelmusical Het was Zondag in het Zuiden. Een verhaal gebaseerd op de overstromingen in de jaren ‘90, met muziek van Rowwen Hèze. “Prachtig idee,” zegt Liesbeth, “en volgens mij zijn al die wildvreemden uit de Randstad nu van harte welkom.”
DOE MEE
Inmiddels hebben we een aantal verhalen gepubliceerd van mensen die bijzondere herinneringen hebben aan het hoogwater van 1993 en 1995. Deze overstromingen, die delen van Limburg onder water zetten, zijn het onderwerp van onze nieuwe spektakelmusical Het was Zondag in het Zuiden. Heb jij ook een bijzonder persoonlijk verhaal over de overstromingen van 1993 of 1995 in Limburg? Mail je verhaal naar info@toneelgroepmaastricht.nl en wie weet brengen we jouw verhaal over het voetlicht op onze websites en social media kanalen. Verhalen waar foto's of ander beeldmateriaal aan zijn toegevoegd krijgen onze voorkeur. Inzenden kan tot en met donderdag 2 maart.